Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal

De huidige Sint-Michiels-en-Sint-Goedelekathedraal, gebouwd tussen de 13de en 15de eeuw, leest als een boek over de evolutie van de Brabantse gotiek.

Hoewel de kerk pas in 1962 tot de rang van kathedraal werd verheven, heeft ze altijd een vooraanstaande rol gespeeld in de geschiedenis van Brussel. Het algemeen kapittel van de ridders van het Gulden Vlies vond er twee keer plaats. Keizer Karel kwam er verschillende keren om zijn religieuze verplichtingen te vervullen zoals een van de glasramen in de dwarsbeuk laat zien. Aartshertog Ernest van Oostenrijk ligt er begraven. De landvoogden woonden er dankmissen bij, zowel aartshertogin Isabella, de dochter van Filips II, als prins Karel-Alexander van Lotharingen, schoonbroer van keizerin Maria-Theresia. Napoleon bracht bij zijn doorreis door Brussel een bezoek aan de kerk, evenals koning Willem I van Oranje op de dag van zijn troonsbestijging. Deze traditie wordt door de Belgische koningen voortgezet. Met haar kostbare wandtapijten, glasramen en beeldhouwwerken vormt de kathedraal ook vandaag nog het decor van koninklijke huwelijken en begrafenissen, zoals het huwelijk van het prinsenpaar van Luik in 1959, de staatsbegrafenis van koning Boudewijn in 1993 in aanwezigheid van de grootste concentratie aan staatshoofden die de wereld ooit gezien heeft, en het huwelijk van prins Filip en prinses Mathilde in 1999.